De laatste trein van Madagascar

De laatste trein van Madagascar

Een avontuur over 163 kilometer.
door Mariken Stolk en Johannes Odé

Madagascar heeft nog maar één functionerende spoorlijn voor reizigers. Deze erfenis uit de Franse koloniale tijd verbindt de hoogvlakte met de oostkust. De trein passeert rijstvelden en theeplantages, rijdt dwars door het tropisch regenwoud en langs geïsoleerde dorpjes naar de kustplaats Manak ara.
Een prachtige reis en een onvergetelijke ervaring.

’s Morgens om half zes staat het station van Fianarantsoa al vol reizigers. De trein van de vorige dag is uitgevallen dus het is extra druk. Wie niet gereserveerd heeft, staat in de rij om een kaartje te bemachtigen. Veel reizigers verdringen zich voor de trein met manden en zakken vol inkopen. In de tweede klas zitten ze op lange houten banken dicht op elkaar gepakt temidden van hun bagage. Wie geen zitplaats heeft kunnen bemachtigen, staat in het middenpad of hangt uit de deuropening. Achterin, in de eerste klas, is meer ruimte. Hier zitten toeristen en rijkere stedelingen. De instructies in het compartiment stammen nog uit de vijftiger jaren, toen deze trein in Zwitserland reed. Ook het eenvoudige interieur, met houten banken en grote open ramen, ademt een sfeer uit lang vervlogen tijden.

Rijstterrassen en roodlemen huizen
Stipt zeven uur rijdt de trein luid fluitend het station uit, nagezwaaid door mensen op het perron. Al snel laten we de stad achter ons. Boeren onderbreken hun werk op de rijstvelden om de trein na te kijken. Kinderen rennen zwaaiend en joelend achter de trein aan. Het is nog een beetje mistig en de ochtendzon strijkt over de heuvels met fraai aangelegde rijstterrassen. Tussen de rijstvelden zien we roodlemen huisjes met rieten daken en steenbakkerijen met stapels bouwstenen. We kunnen het landschap rustig in ons opnemen want de trein rijdt nooit harder dan 60 km per uur over het één meter brede spoor.
Het eerste station komt in zicht. Dorpelingen wachten de trein al op sinds het aanbreken van de ochtend en terwijl we het station binnenrijden, komt het dorp tot leven. Vrouwen en kinderen tonen hun koopwaren. Passagiers maken hangend uit het raam hun keuze uit stokbroden, bananen, frisdranken en vreemd gevormde vruchten. Een tafereel dat we onderweg nog vaak zullen zien. Handige handelaars klimmen de trein in en bieden bekertjes yoghurt te koop aan, inclusief plastic lepeltje.

Pinda’s en zoetwatergarnalen
We raken niet uitgekeken. Sommige stations lijken wel een markt. De spoorlijn doorklieft de dorpen zodat we van heel dichtbij zien hoe vrouwen rijst stampen met hun baby op de rug en kinderen spelletjes doen naast het spoor. Station Ranomena is groter dan de voorgaande stations en er is nog meer te koop: gekookte eitjes, pinda’s, groentebeignets en zoetwatergarnalen. Dat komt goed uit want het loopt tegen lunchtijd. Als de trein weer gaat rijden, rennen er nog verkopers mee. Briefjes van 100 ariary (vier eurocent) worden snel uit het raam gegooid om de groentebeignets te betalen. Nieuwe passagiers rennen mee om op de trein te springen.

In de Franse koloniale tijd zijn voor de spoorlijn in het bergachtige landschap tientallen bruggen aangelegd en tunnels waar vleermuizen wegfladderen in het licht van de koplampen. We rijden door steeds dichtere begroeiing het oerwoud in, we horen vogelgeluiden en watervallen. Zouden we nog lemuren zien? Deze halfapen, die nergens anders in de wereld voorkomen, zagen we in een park bij de hoofdstad. Maar om ze in het wild te zien moet je naar een van de natuurparken. Helaas heeft veel van het oorspronkelijke oerwoud van Madagascar al moeten wijken voor landbouwgrond. Dat is vooral te zien in de richting van de oostkust, waar veel hellingen zijn kaalgekapt.

Levenslijn
Op het station Tolongoina wachten al stapels bananen op de trein die de volgende dag naar Fianarantsoa rijdt. Het fruit is bestemd voor de markt in de stad. In de tweede klas raken we aan de praat met Joseph, 63 jaar en koffieboer. Hij is op weg naar Manakara. “Ik krijg daar 2.400 ariary (96 eurocent) voor een kilo koffiebonen. Dat is meer dan ik in mijn eigen dorp kan krijgen. Ik sla er ook spullen in als rijst, kaarsen, zeep, suiker en groenten. Veel daarvan is bij ons niet te koop.”
De spoorlijn is van levensbelang voor deze streek. De boeren zijn afhankelijk van de trein want een weg is er niet in het dichte regenwoud. Helaas wordt de lijn door opheffing bedreigd, ondanks protesten van maatschappelijke organisaties, de lokale bevolking en anderen die de trein in hun hart hebben gesloten. De regering wil niet meer investeren in het beheer van de lijn. Hopelijk ziet zij toch tijdig het belang van het spoor voor de economie en kunnen ook reizigers nog lang van deze bijzondere ervaring genieten.

Het spoor in cijfers
De aanleg van de spoorlijn, een traject van 163 kilometer met 48 tunnels en 67 bruggen, duurde tien jaar. Het zware en gevaarlijke werk, waarvoor jaarlijks 5.000 arbeiders werden aangetrokken, kostte tussen de 5.000 en 10.000 werkers het leven. De lijn werd in 1936 officieel geopend. Anno 2008 vervoert de trein jaarlijks zeker 3.000 ton koffiebonen en 12.000 ton fruit naar de markt. Ruim 100.000 Malagassiërs zijn voor hun inkomen afhankelijk van de spoorlijn.

Op reis met Djoser in Madagascar leg je het traject van Sahambavy naar Manakara per trein af.