Cambodja & Laos 22 dagen - Juli

Cambodja & Laos 22 dagen - Juli

Rondreis Cambodja & Laos 22 dagen    juli 2010-08-22
 1\8
 
Daar zijn ze dan de Djoser girls en boys, vanuit alle windstreken neer gedaald letterlijk, in Singapore, met volledige plensbuien en met een zwabberende landing. Tijdens de vlucht zijn er eerste kennismakingen, voorspellingen wie bij wie hoort en of het djosers zijn. Niet altijd dus komen die voorspellingen uit.
Onderuithangend op het vliegveld, de een dwars over een rij stoelen, de ander in een comfortabele ligstoel, weer een ander neemt toch even de taxi naar Singapore. Als je toch moet wachten.
Dan een zijdevlucht (silkair) naar Thailand.
30 C vochtige lucht slaat meteen op je zweetklieren. De gids in de bus wijst naar links als we rechts moeten kijken. De stroomkabels bewijzen het voordeel van ondergrondse leidingen.
Wie wil de kas beheren? Wie start het dagboek? Wie zal editen aan het eind van de reis?
Niemand voelt zich geroepen, niemand wil vrijwilliger zijn. Al die onderwijs mensen ook…toe aan rust… controllers, lesgevers, verpleging, editors, technische werkers, werkers en stuurders.
Een  juffrouw die niet met een paraplu wil lopen, die niet wil gidsen maar wel aardig gevonden wil worden.
Echt wel! En de eerste dag heeft zij het voordeel, dus de eerste credits zijn binnen. Alhoewel, hoe laat moeten we nu echt opstaan, heb ik wel goed geluisterd? Of had ik het moeten opschrijven?
Wie heet nog eens Astrid, er was toch een Peter in de groep en Frans maakte meteen indruk. Of was het toch die andere groep.. Ja dus.
Morgen namen oefenen. De juf moet dan maar even kwissen.
Maar nu gaan we eten..het is dus echt hot en Heineken drinken we uit principe niet.
Straks slapen, op tijd wakker worden (hoe laat nog eens?) Tot morgen, dag 2.
PS Jammer dat de thuissituatie al de eerste dag roet in het eten kan gooien. Dit is inharent aan het leven, dus ook aan vakantie.
Leo
 
2\8
Schudden met een bamboekoker met stokjes; your Lucky number voorspelt je  toekomst.
Mr Jojo legt uit hoe het leven werkt als thaise boeddhist. Zo eenvoudig kan het zijn…
Na meer dan driehonderd traptredes staan we voor onze eerste tempel. Allemaal met de trap: Wat Phrathat.
Geen cable car voor ons. Maar we zitten ook nog aan het begin van onze reis. De stad onder een laag wolken ver beneden ons. De witte olifant wees de plek voor de tempel aan. Boven op de berg. Lang geleden, duizenden toeristen geleden. Op de trappen de handelaren. Gebakken banaan, mais, wafels, pinda’s, petjes, noem het maar op. Allemaal ter meerdere glorie van ons, de toerist.
En hondjes…ja, dat zie ik  dan weer. Hondjes die net zoals overal ter wereld gewoon hun gang gaan. De echte boeddhisten. Neem het leven zoals het komt en pluk de dag. Zie af van je bezit en je zorgen verdwijnen.
Lunch…op zoek naar een hard rock cafe dat inmiddels niet meer bestaat.
Stop: cashew plantage hoe het vroeger was en nu is…commercie.
Stop: witte tempel, hoe persoonsverheerlijkers het boeddhisme te schande maakt  en zelfs de vissen er bleek bij wegtrekken.
Stop: Open luchtmuseum:   bekijk een volkeren reservaat.
Mijn persoonlijke ervaring kan ik kort beschrijven: plaatsvervangende schaamte. Hoe je trotse volken klein kunt krijgen. We zijn op weg naar landen waar het toerisme nog weinig grip op heeft. Je snapt dat ik me erg verheug!
De mens is het grootste goed op aarde en verdient respect.
Maar we moeten allemaal goed beseffen dat je alleen respect krijgt als je het geeft.
Ben ik cynisch? Ja\Nee. Wel gelukkig! En dat weet ik zeker.
Yvonne
 
3\8
 Tijdens het eten werd al duidelijk dat het een gezellige dag ging worden. Er werd spontaan gezongen voor Jan want hij is jarig. Na een lekker ontbijt met eieren en worstjes vertrokken we met minibusjes naar de Mekong rivier alwaar we met kleine bootjes over werden gezet naar Laos.Het was inmiddels gaan regenen maar de stemming in de groep werd er niet door bedorven. Na de verplichte papieren te hebben ingevuld konden we eindelijk naar de douane. Het paspoort inleveren ging snel, maar het terugkrijgen liet even op zich wachten. Na een uur of twee en 35 dollar armer konden we eindelijk vertrekken met de tas bergop. Bergop? We gingen toch met de boot? Ja maar eerst nog een stukje met een tuc tucbusje.De slowboats lagen al te wachten op de passagiers. Onze boot viel 300% mee.We hadden een veel kleiner vaartuig verwacht. Vanwege Jans verjaardag werd de boot feestelijk versierd. Sanne had een lekkere taart gekocht en er werd wederom gezongen. Het feestvarken zelf mocht de taart aansnijden en verdelen. De bootsvrouw had een heerlijke lunch bereid.De vaart verliep heel gemoedelijk en was zeker te prefereren boven het gehobbel in een bus over slechte wegen. Het weer was erg aangenaam en van de korte regenbuien tussen door hadden we weinig last. Langs en op het water zagen we vissende mannen, lekker luierende waterbuffels en bij de sporadische dorpjes heerlijk in het water spelende kinderen. Enkele vrouwen deden de was in de toch erg bruin gekleurde rivier. Af en toe werden we opgeschrikt door een langs racende speedboot. Om 16.30 arriveerden we in Pak Beng, een rustig dorpje langs de oever van de Mekong met tientallen hotelletjes en restaurantjes gelegen aan een lange straat. Nadat we de stekker van de ventilator met plakband in het stopcontact hadden bevestigd was het op de kamer van ons eenvoudig hotelletje goed uit te houden. De douche met alleen  koud water was beslist geen straf maar zeer welkom. Alhoewel men na het douchen meteen weer net zo bezweet was als ervoor. Het avondeten in een van de vele restaurantjes smaakte net als in Thailand verrukkelijk. Voor af  slanken moet je niet in deze landen zijn. Om elf uur savonds was vrijwel elk eethuis gesloten en konden we genieten van een rustige nacht.
Harry
 
4\8
Na een eenvoudig ontbijt met Frans brood, roerei, jam en banaan met koffie of thee konden we weer onze bagage oppakken en naar de slowboot gaan voor weer een dagje varen op de Mekong. Aanvankelijk scheen er een waterig zonnetje bij ons vertrek uit Pak Beng maar eenmaal op de rivier was het alras bewolkt en waren de bergtoppen omhuld door wolken. Na een uurtje varen was het een vreemde gewaarwording om vier koeien op een zandbak te zien liggen omgeven door de jungle.
Na anderhalf uur werden we plots opgeschrikt doordat de kapitein volgas gaf.
Wat bleek: hij moest volgas geven om achter twee rotsblokken die rechts in de rivier lagen een bocht te maken om een stroomversnelling te omzeilen. Na twee uur en een kwartier varen gingen we aan land om een Hmong dorpje te bezoeken. Alvorens het dorpje te bezichtigen zagen we een eind verderop op de oever een viertal werkolifanten+ een jonkie. De olifanten werden gebruikt om gevelde boomstammen naar een vracht boot te slepen en daarna in de boot te kiepen.
De Hmong zijn een volk die oorspronkelijk uit het zuiden van China en het noorden van Vietnam komen. De Hmong in dit dorpje zijn vanuit Thailand hier meergestreken.
Leuk was het om te zien hoe Nard pennen uitdeelde aan de kinderen. Hij was nog blijer als de kinderen zelf. Immers hij hoefde nu minder gewicht mee te zeulen.
Na drie kwartier vertrokken we weer om drie kwartier later aan te landen bij het dorpje Hatwe waar  laos people wonen. De taal die zij spreken is de officiële taal van Laos. Na  rondgewandeld te hebben vertrokken we weer na, alweer drie kwartier.
Om twaalf uur konden we aan tafel genieten van een voortreffelijke bereide maaltijd met soep van kokosmelk met stukjes gekookte aardappel en wortel, gekookte rijst, Mie met bamboescheuten, omelet en worstjes. Het toetje  was roze puddinggelei en mango. Heerlijk!
Om 14.30 kwamen we aan bij de Tham Ting   grotten- de lower en de upper grot waar meer dan vierduizend boeddha beelden en beeldjes staan.
Om 15.15 voeren we weer  richting Luan Pradang waar we om even over vier aankwamen. Met de tuc tuc werden we naar het hotel gebracht. Daar kregen we uitleg over de stad en wat we de komende dagen konden gaan doen. Alvorens we naar de kamers konden gaan moesten we onze schoenen uitdoen. In ieder geval zag de tegelvloer die tot in de kamers doorloopt er  proper uit. Savonds zijn we met negen personen naar de markt gewandeld, wat rondgekeken om daarna aan de Mekong in een restaurantje ons te goed te doen aan het overheerlijke Laos food.
Jan
 
 
5/8
Na een nacht vol dromen over kippen in het bad, een airco die niet meer uit wilde en een ventilator die bijna opsteeg, zijn we om negen uur met een groepje op excursie gegaan. La bracht ons met een tuctuc naar de (Tad Mak Mo) Wat Visour. In deze tempel staan net als in alle andere tempels enorm veel boeddhabeeldjes en beelden. De beelden maken enorm veel indruk. Ze stralen, zonder uitzondering, allemaal iets sereens, iets rustgevends uit. Ze hebben een bepaalde expressie. Drie rondjes in de tempel (met de klok mee) betekent vragen om geluk en voorspoed.
Hierna zijn we naar de Wat Xieng Thong gereden. Overal lopen monniken rond. Ze wonen hier en studeren. Hoe langer een monnik in opleiding is, hoe meer kleding hij aankrijgt. Novicen beginnen met een blote schouder. Naarmate de tijd vordert en hij langer studeert, des te langer worden zijn mouwen en wordt de blote schouder bedekt. Ze studeren van juli tot en met november. Dan zijn ze vrij tot februari en maken Boeddhabeelden, gaan een paar dagen naar huis of krijgen bijles. Daarna begint het tweede semester.
Na de tempels hebben we een bezoek gebracht aan een weverij en  de fabriek waar het proces van begin tot eind te volgen is. Het begint met zijde rupsen en eindigt als zijden shawls. Uiteraard kon ik het niet laten en heb er toch een aantal gekocht.
Onze gids reed ons naar de boekhandel (Big Mouse book)  waar we  boeken voor school hebben gekocht. Ergens onderweg zullen we die aan een docent geven zodat kinderen die kunnen gebruiken om te leren  lezen of om het engels onder de knie te krijgen.
Tijdens de lunch stortte de regen met bakken uit de hemel. Heerlijk, wat een verkoeling. Nu op het moment dat ik dit schrijf, is het weer erg warm. Vanavond gaan we gezellig met een groepje bbqen of hotpotten.
Bbqen kun je het niet noemen, dit was dus hotpotten of fonduen. Bouillon in een wadjan op een houtkoolvuurtje aan tafel. In de wadjan werd een omgedraaid vergiet gezet. De pan werd gevuld met allerlei groentes, champignons etc. op het vergiet werden dunne plakjes vlees geroosterd.
Het was heerlijk en ontzettend gezellig om zo aan tafel met elkaar te kokkerellen terwijl de regen naar de achtergrond verdween.
Peggy
 
6/8
Na het ontbijt – zoals eerder met brood en jam- stapten we in de auto  om naar de olifanten te gaan. Sanne + zes groepsleden hadden zich ingeschreven voor deze excursie. Na een ongeveer een half uur rijden stopten we bij een tempel na een mooi ritje door de bossen. De wegen waren redelijk goed ondanks de regen van gisteravond.
Bij deze tempel aan de rivier zijn we in twee bootjes gestapt voor een vaartochtje van twintig minuten.Prachtig om over zo’n rivier te varen.
Bij de olifanten aangekomen (Tad Sae) zijn we meteen aan een ritje bovenop zo’n beest begonnen. We zaten met twee personen op een bankje en kregen een trosje bananen om de olifant een beetje de weg te wijzen door zo nu en dan een banaan in de juiste richting op de grond te gooien. Soms was dat ook echt nodig want als het te lang duurde met een banaan, dan ging hij\zij wel een paar bladeren aan de kant eten.
Voor ons liep een olifant die de bananen vroeg door zijn slurf naar het bankje te brengen. En dan kreeg hij een banaan. Uit dankbaarheid kwam na het verorberen van deze gele lekkernij de slurf nogmaals naar boven om dan flink te blazen, inclusief spetters (peggy+annmargriet).
Halverwege kwam de olifant van Harry& Jan ons in een drafje voorbij, het geen echt verboden is op deze bospaden. Na een tussendoor hapje (voor de olifanten) vervolgden we de rit nog even door een rivier met mooie watervallen.
De olifanten vonden dit ook prima,  er werd goed geluisterd.
Na de rit met de olifanten zijn we een uurtje langs de rivier gaan lopen. Prachtig met al die watervallen. Alleen waren de bamboebruggetjes niet erg solide.
Leuke excursie en weer een ervaring rijker met de olifanten zit!
Na de vaartocht en autoritje waren we om twaalf uur terug.
Daarna zijn we het dorpje ingegaan om het museum en de berg (met tempel) te bekijken en natuurlijk ook van het uitzicht te genieten.
Er gingen ook mensen van de groep naar de waterval om te zwemmen.
Het paleis is het museum en is leuk om te zien. Eenvoudig voor een paleis maar toch best mooi!
Ook de fototentoonstelling (floating boeddha’s) was zeer mooi.
Na het paleis zijn we aan de trap naar de tempel Phu Si begonnen. Ik was blij dat er een rustplek was na honderdachtendertig treden.
Daarna nog maar honderdnegentig!  eenmaal boven een prachtig uitzicht; dus toch nog aardig wat foto’s gemaakt.
Naar beneden de andere trap genomen langs wel twintig boeddha’s waarvan twee liggende.
Intussen was het al tegen vijf uur en zijn we wat gaan eten bij een restaurantje langs de Mekong. Heerlijk!
Terug naar het hotel over de avondmarkt die net begonnen was om nog een paar kleine dingetjes te kopen voor het thuisfront.
Al met al een mooie dag gehad en vanavond vroeg naar bed.
Morgen een lange reisdag geplanned. Zo’n tien uur!
Funke
 
7/8
Wat vroeger op om de bedelmonniken te zien. In de hoofdstraat minder gelovigen dan toeristen. Maar de niet verkochte rijst is gul geschonken door de verkoopsters.
Hoor ik bij het ontbijt dat op de hoek bij het hotel hetzelfde te zien was!
Na het ontbijt in ganzenmars naar de bus. We stelden ons in op een lange zit.
Na vijf minuten kon Nard zijn eerste ballonnen uitdelen bij t uitzichtpunt op de stad.
Verder en een stop bij een lao khmung dorpje. Veel leuke kinderen- een netten boeter bezig gezien dus er zat vis in het water.
Bamboepaalwoningen maar geen varkens waargenomen.
Dracht droegen ze niet maar aan het uiterlijk zijn ze herkenbaar volgens La.
Tussen bananen, bamboe en verkoopstalletjes al hobbelend en kronkelend verder.
Na een lange tocht de eerste sanitaire stop, woeker 2000 lao per keer.
Op wat aardverschuivingen na is de weg goed begaanbaar.
Onderweg op aanraden een noodrantsoen aangeschaft mochten we vastraken.
Om twaalf uur lunch in een dorp met veel variatie soep: groente of kip.
Buiten op de markt was van alles aan groente, fruit en gebakken vlees te koop.
Niemand offerde zich op om de uitwerking daarvan te verkennen.
Weer verder rijdend aan de ingang van een Hmong dorp afgezet, en daar door gekuierd. Een spoor van ballonnen, pennen, fopspenen achter latend.
Men bekeek ons met evenveel verwondering als wij hen.
Veel kinderen, geen wonder met negen per familie. Houten huisjes met rieten daken en kalkoen, eend en kip eromheen, levend!
Weer in de bus en verder gehobbeld. Mooi groen landschap. Een tijd later een vrachtwagen hout onderste boven aan de kant, bleek vijf minuten geleden gebeurd.Geen gewonden. De weg was daar niet breed genoeg voor twee vrachtwagens bleek. Tien minuten nadien een telefonerende chauffeur als tegenligger die de binnenbocht nam. Maar het geluk was met de dommen.
Dan  het land vlakker en de weg beter.
Op tijd voor Phonsovan voor de vlakte der kruiken.
Veld 1 met daar ook een grot waar Pathet lao in schuilde maar het plafond was niet sterk genoeg tegen bommen. Veel kruiken wegen wel zes ton, hoe hebben ze die ooit gemaakt? En daar gekregen?
Ivm dreigende lucht na een uur vlug weer verder.
Opgefrist savonds een video over de landmijnen bekeken bij een daar bij helpende organisatie. Je wordt er stil van. Nooit gedacht dat er zoveel bommen waren geworpen.
Goed en gezellig gegeten.
Bij vertrektijd begint het te hozen en na tien minuten viel de stadstroomvoorziening uit. Gelukkig bleek La het nummer van de buschauffeur te hebben. Dus Leo + consorten hadden dit keer pech, want die zaten droog in het hotel op onze druipende komst te wachten.
Theo
 
8\8
Zon dag de naam doet zich eer aan want al bij het kraaien van de haan staat hij al vol op te schijnen in de lucht.
En dan te weten dat we gisteravond regen en nog eens regen gehad hebben. De stroom was uitgevallen en toen was het zonder tanden te poetsen naar bed. Want probeer maar eens je eigen cijferslot open te maken  in het pikdonker. Dus de zaklamp lag goed opgeborgen.
Vandaag mochten we uitslapen want we vertrokken pas om acht uur. Hoewel er al verschillende mensen om iets over half zeven gedoucht en wel aan de ontbijttafel zaten.
Om acht uur vertrokken we eerst naar de markt in Phonsovan waar ook echt alles te koop was. Ik was benieuwd hoeveel kip een kip zou kosten. Onze gids La erbij gehaald. En die wist te vertellen dat een kip 38.000 kip kostte. (3,5 euro)
Na nog wat waterbuffel koppen en larven van de koningsbij gefotografeerd te hebben vertrokken we om half negen richting Vang Vieng.
Na vijf minuten passeerden we de vlakte van de kruiken. Die op mij niet zoveel indruk maakte. Wat wel veel indruk op me maakte was de documentaire van het opruimen van de bombies die afkomstig waren van de clusterbommen die de Amerikanen tussen 1964 en 1973 afgeworpen hadden. Die film was  een goede tip van onze reisbegeleidster Sanne. Bij het zien van die kratergaten en de menselijke verminkingen moest ik  even terugdenken aan het najaar van 1982. Toen ik in Amerika was in Washington DC. Toevallig werd daar het monument onthuld van de Vietnam veteranen. Wat me bij is gebleven was een Amerikaan die in een rolstoel zat zonder benen en met het bordje I am proud I am Vietnamveteran. Dan zouden die Amerikanen hier zevenendertig jaar na dato niet meer zo proud zijn.
Velen van ons hebben een t-shirt gekocht ook met de gedachte die bommies moeten geruimd worden.
 
We moesten op de N7 weer helemaal terug naar Phonk Koune wat toch al zeker 125 km was.
En maar slingeren en draaien, berg op, berg af. We passeerden de dorpjes van gister waar we ballonnen en pennen aan kindertjes hadden uitgedeeld. Kindertjes die volgens mij niets hebben maar toch gelukkig zijn met niets. Bijvoorbeeld een jongetje zonder kleren maar wel met badslippers, een bamboestok met een daar dwars  doorheen stukje  dunner bamboe, onderaan een wieltje en rollen over het zandpad. En aan zijn blije oogjes kon je zien dat hij plezier had.
Ook hebben we kinderen gezien die een blikje vooruit trokken met een stuk touw.
En kinderen die tot hun enkels in de modder stonden om vanaf buiten naar een tv te kijken in een winkel.
Bij Nam Chat hebben we met de groep lao thee gedronken. We hebben een hele leuke groep maar de onderwijs tak heeft ook nu weer de overhand. Ze komen van Amsterdam tot Maastricht dus dat zit wel goed.
Om kwart over twaalf kwamen we weer op onze oorspronkelijke route de N13. Die weg was  meteen een stuk slechter, langs de gaten zaten kuilen in de weg. En hier en daar wegversmallingen door naar beneden gekomen rotsblokken en zand. Af en toe moesten we wachten tot een bulldozer het zand opzij had geschoven.
Om half een lunchpauze in een lao food restaurant met prachtig uitzicht op de bergen. Echter niet voor lang want de regen kwam weer met bakken uit de lucht vallen ( het is hier ook regenseizoen).
Rond twee uur vertrokken we weer. Het regende gelukkig al een stuk minder. En het was helemaal droog toen we stopten in een dorpje om lesboeken uit te delen.
Er kwamen steeds meer kindertjes aangerend en de meester zette ze mooi in een rij. Er bleven maar kindertjes komen en jonge moedertjes met babys’op de arm al of niet aan de borst.
Er werden pennen, zeepjes uitgedeeld en Peggy had fopspenen voor de zuigelingen. Je zag die moedertjes denken van wat is dit nou?  hebben die in jullie land plastic borsten? Ja sommigen wel als je silliconen onder plastic mag rekenen.
Zo de goed daad was weer verricht en we vervolgden slingerend onze weg. Als we rechte stukken tegen kwamen, trouwens niet alleen rechte stukken, stonden er koeien, geiten, honden, kippen, kalkoenen, varkens.
Onze chauffeur nam deze horde als een voorbeeldige slalom skier.
Een keer moest hij vol op de remmen omdat een varken niet van de weg ging.
Om kwart voor vijf arriveerden we in Vang Vieng. Waar we een nacht in het Phung Ang Kham Vang Vienghotel verblijven.
Dit dorpje staat bekend om zijn vele backpakkers die er verblijven. Die er graag al dan niet dronken in een rubberen band (tubing) de nam Song rivier afdrijven. Je hebt er in de midden tussen de rivieren nog het Saysong Iskand liggen met vele barretjes zoals Sunset –Joker- Smile- Bucket- Rockbar.
Het lijkt wel op een hippie gebeuren en het geluid dat uit die bars komt is niet al te zacht te noemen.
Ikzelf heb weer in een Lao restaurant gegeten. Dit keer was het liggend in kussens en zoals in bijna alle restaurants tv’s met friends of tekenfilms waarvan het geluid ook aan de andere kant van de weg te horen is.
Het advies van Sanne was om niets te bestellen met happy er achter. Want dat kon bijvoorbeeld op paddos’cq drugs slaan.
Volgende keer toch maar weer een restaurant waar je met de benen onder de tafel kunt zitten.
Het was een prachtige dag!
Nard
 
9\8
De dag begon al goed. De broek waarvan ik gisteravond ontdekte dat ie in Phansovanh achtergebleven was, was sochtends al in Vang Vien aangekomen. Binnen twaalf uur! De PTT zou er aanzienlijk langer over hebben gedaan.Met het vijftal Galith, Maarten, Maarten, Berna en ik besloten we niet mee te gaan met de excursie die Sann en La hadden georganiseerd maar op eigen houtje het achterland van Vang Vieng te ontdekken en wel per fiets. Met ieder een nogal lage mountainbike onder onze kont (de Laotianen moeten wel denken dat we reuzen zijn, wat bewaarheid wordt door het feit dat ik telkens mijn hoofd stoot, vandaag zelfs aan de deurpost!) vertrokken we over wat de gedetailleerde omgevingskaart de Rocky dirty road   noemde.
Daar was geen woord van gelogen. Al hobbelend en bobbelend ploegden wij ons voort over de weg, ons de tandjes zwetend, maar de omgeving maakte alles helemaal goed. Om ons heen rijstvelden omzoomd door majestueuze bergpieken die soms rechtop uit de grond oprezen. Na een dik uur fietsen hoorde ik ineens een flop-flop-flop-geluid.
Mijn band bleek lek te zijn. Gelukkig waren we bij de Phou kamgrot aangekomen, een druipsteen grot met een enorm groot boeddha beeld. Het was de glibberige klim naar boven zeker waard. Iedereen was toen zo bezweet dat het riviertje dat onder langs het veldje stroomde niet genegeerd kon worden: we moesten er wel in springen (in ons ondergoed, niemand  had zwemkleren bij zich). Heerlijk verfrissend!
Gelukkig stond op het veldje een trekkertje die mij en Galith  mee wilde nemen naar het dorp: met zijn tweeen achterop de kar met onze fietsen. Zo kwamen we precies om twee uur terug bij de bus die ons naar Vientiane zou brengen.
Die vier uur durende reis werd opgeleukt met een bezoekje aan een vissersdorpje waar op de markt niet alleen veel gedroogde vis te krijgen was maar ook eekhoorntjes en kleine geplukte vogeltjes (heel lekker voor in de stoofpot volgens La en zelfs een levende leguaan. Daarnaast werden er flink wat moppen getapt. Nard begon met een mop over een haar in de nasi, Rio verhaalde over de nachtelijke avonturen van Diana Ross en ikzelf deed een relaas over de menstruatiebak. Dolle pret!
Rond zessen kwamen we aan bij het hotel in Vientiane. En gingen we met een paar mensen eten in een tentje aan de Mekong. La had ons verteld dat de plek om te stappen (en ook nog eens een gay friendly bar) de club Marina was. Dus met de tuktuk daarheen. We hadden eerst het concept niet helemaal door en belandden in de karaoke bar (waar Maarten B. meteen enthousiast werd begroet en bevoeld door een lokale soortgenoot). Na een uur laotiaanse liedjes aangehoord te hebben en zelf ook wat nummers (engels talig dat dan weer wel) gekaraoked te hebben, vroegen we ons af waar nou dat bruisende nachtleven was dat ons beloofd was. In het gebouw achter de karaoke bar bleek. Daar waren laotiaanse dames in korte rokjes en hoge hakjes en jongens met hippe kapsels en brillen hun coole moves op westerse hiphop aan het showen. Wij konden niet achterblijven  en onder het genot van wat biertjes dansten we tot een uurtje of een. Daarna bezweet en moe weer naar bed. Benieuwd wat Vientiane ons morgen bij daglicht gaat brengen..
Alwin
 
10\8
Vannacht besloten we vandaag eens wat meer tijd te gebruiken om te relaxen, oftewel niet al te vroeg de wekker te laten gaan en in deze grote stad verwachten we geen kraaiende hanen. Onze dag kende dus een langzame start, na een rustig ontbijt, bijna iedereen was immers al op pad om de stad te verkennen, vertrokken we  rond een uur of elf met zijn viertjes, Alwin, Berna, Maarten B. en ik, nog zonder plannen richting een dag, uiteraard weer vol  verrassingen.  
We liepen langs de Nom phou fontein en wat grote gebouwen naar Wat Sisaket. Een prachtige tempel met een heleboel boeddhabeeldjes. We namen aan een stuk door foto’s, maar hebben nog lang niet alle beeldjes erop kunnen zetten. Inmiddels was Wat Haw Pha  Kaen  dicht dus liepen we naar een ochtendmakrt alwaar we een aantal prachtige souvenirs hebben gevonden.
Bijna uitgedroogd, met een rammelende maag maar tevreden met onze aanwinsten hebben we een restaurantje gevonden waar we op een mooi terras een lekker plekje in de schaduw vonden. Alwin en Berna zakten door hun bank heen, uiteraard weer lachen gieren…
Inmiddels was het Wat Haw Pha Kaen open dus zochten we een tuktuk om ons daarheen te laten brengen. We vonden een mini tuktuk waar we met een beetje proppen met zijn viertjes inpasten. Waarschijnlijk waren we er lopend net zo snel geweest, ondanks dat de chauffeur door rood licht  reed, tegen het verkeer in reed en ook nog een stuk stoep gebruikte om ons voor de deur af te zetten.
Flink wat foto’s later, het grasmaaiertje bestudeerd te hebben en wat mooie vlinders te hebben zien vliegen zijn we naar het Patuca Park gelopen, hier staat ook de Vientiaanse Arc de Triomph. Helaas waren we net te laat, we konden niet meer naar boven. Bij de fontein werden we op de foto gezet door een aantal monniken waarna we zelf ook nog even een fotoshot deden, en het  werd weer hoog tijd voor een terrasje. Achter ons een prachtige struik met heel grote vlinders en een mevrouw die een ei opat waar een kuikentje inzat. Genietend van alles wat om ons heen gebeurde, de dag doornemend en ons drankje drinkend vielen er een paar druppels regen. Al snel werd een hele lading aan paraplus opgezocht om over ons heen te zetten. Maar tegen de tijd dat ze er stonden was de regen al weer opgehouden en gingen we weer op pad.
We namen een tuktuk naar Pha Thar Wang  een gigantisch groot gouden gebouw. Vanuit de tempel ernaast hoorden we gezang dus snel kijken. Prachtig gezang van de monniken die we uiteraard weer vanuit allerlei posities vast weten te leggen met onze camera’s. Nadat het gezang gedaan was gingen de monniken weer verder en wij genoten van de dramatische luchten, het leek alsof het noodweer elk moment kon gaan losbarsten. Gelukkig bleef het nog even droog. We liepen nog even naar het marktje, vol met lekkernijen maar we durfden het toch niet aan en namen een tuktuk richting de Nan Phu fontein.
Eenmaal in de tuktuk barstte de regen los en kwamen er (nogmaals..) achter dat je in een tuktuk behoorlijk natgeregend kan worden. Ditmaal zat Alwin onder een gat in het dak maar ook van de zijkanten kwamen er ladingen water naar binnen.
Flink nat geregend, ondanks paraplus en ponchos vonden we een gezellig restaurantje.
Precies toen we gingen zitten viel de stroom uit in dat deel van het restaurant, wij konden dus van een romantische avond bij kaarslicht genieten.
Het was het personeel nog niet gelukt de stoppen weer te vervangen. Na een heerlijke indiase maaltijd (elke avond sticky rice gaat ook vervelen) teruggelopen naar het hotel om wat vroeger te gaan slapen want  morgen een zeer lange dag in de bus. Ben benieuwd  wie er moppen zullen gaan tappen, onze quizmaster nog leuke scrabblewoorden heeft en naar de belevenissen van de medereizigers.
Galith
 
11\8
Savannakhet, tweede stad van het land, maar ook hier lijkt de inmiddels bekende rust te heersen die heel Laos tot vandaag heeft getoond. Geen hectisch verkeer, stedelijke onrust of misselijk walmende uitlaatgassen als we aankomen rond een uur of vijf in de middag, na een volle dag in de bus.
De rustige routine van uitstappen, uitladen van de bagage, in ontvangst nemen van de kamersleutel, even wapperen met de met zweet doortrokken kleren , wordt ook vandaag als vanzelf weer afgedraaid. Iedereen verlangt naar een koele douche; schone kleren of op zijn minst iets anders dan het kleffe kloffie dat de hele dag al in de bus om ons heen heeft geplakt.
Vanmorgen om precies zeven uur zijn we vertrokken uit Vientiane. De route voerde westwaarts, later zuidwaarts. Zonder het al te veel te beseffen volgen we de hele dag de Mekong, zonder haar veel te zien. Wel passeren we talloze bruggen over de zijrivieren die alle hun modderige water toevoegen aan de steeds breder wordende stroom van de grote moederrivier.
Vientiane hebben we snel verlaten. Nog even een blik van trots van La op het voetbalstadion waarin Laos de south east asian games heeft mogen ontvangen. Even later het Cimetiere revolutionaire met ontelbare militaire graven van laotiaanse en vietnamese soldaten.
En dan zijn er de rijstvelden; oneindig bijna; appelgroen in voorbereiding op het spruiten van de eerste aren. Het is duidelijk dat Laos een belangrijk deel van zijn BNP haalt uit de productie van rijst; voor eigen gebruik, maar ook voor verkoop aan Thailand.
Slechts af en toe ontwaar ik velden met andere bestemmingen van plantaardige produktie; een paar maniokvelden, en is dat kardemon wat ik daar zie?
De lintdorpjes doen verder hun duit in het zakje voor dagelijks gebruik van de mensen zelf. Kokospalmen alom, papaya en banaan ook altijd binnen handbereik.
De bergen van het noorden hebben plaats gemaakt voor vlakker land. Heuvels sieren slechts nog de oostelijke horizon. Jammer van de prachtige uitzichten die de bergen eerder deze reis opleverden. Maar tegelijkertijd heerlijk dat de bus niet langer zorgt voor gedraai en geslinger op onze stoelen.
De zijwaartse bewegingen in de bergen hebben plaats gemaakt voor een voor- en achterwaartse nu  de chauffeur telkens flink de remmen raakt om erger te voorkomen. Tijdens de lange rit waarbij de chauffeur er flink de sokken in heeft, worden talloze mensen en dieren nog maar net gespaard van een one-way-ticket naar de boeddhistenhemel. Koeien, geiten, honden; alles begeeft zich doelloos kuierend op de weg. En in plaats van tijdig vaart te minderen lijkt de chauffeur er de sport van in te zien alles dat leeft met luid getoeter van de weg te krijgen om vervolgens alsnog in de rem te gaan hangen en ons allen voortwaarts te lanceren. Fijn!
Even voor Savannakhet bezoeken we nog de stupa van That Ing Hang.
De stupa werd in de 16e eeuw opgericht door een van de Laotiaanse koningen, die het bouwsel noemde naar de boom waarin boeddha neerdaalde toen hij hier zijn leer onder de mensen bracht. Petten en hoeden moeten af, de dames worden in een sarong gedraaid. Rustig loopt iedereen zijn rondje, schiet wat foto’s, of kijkt toe hoe een enorme gong door wrijving van twee vlakke handen in zingende trilling wordt gebracht. Even verder zit een wit geklede non haar spinnenwiel tot actie te manen.
In Savannaketh zetten we voor zonsondergang en na de verkoelende douche eerst koers richting de Mekong en volgen haar tot verder richting centrum van de stad.
Aan de overkant Thailand, onder wolken die licht omrand zijn.
In een tempelcomplex even verderop blijken de monniken spraakzamer dan die we eerder tegenkwamen op deze reis. Alwin, Maarten M., Galith en ikzelf worden elk afzonderlijk aangeklampt voor een kort praatje. De een in beduidend beter engels dan de ander. Ruim zeventig bewoners blijkt het complex te hebben waarvan er zo’n vijftig jonge novices zijn.
Na een pittige thaise maaltijd in de historische binnenstad die helaas vergane glorie uitstraalt, wordt de avond verder doorgebracht in de wat dubieuze nachtclub die huist in ons hotel. Zoet gevoicede laotiaanse liefdesdeuntjes ondersteund door ietwat fout synthetisch geluid, worden door verder goed gebekte live zangers ten gehore gebracht. Verspreid over de leren sofa’s zijn maar enkele mannelijke gasten die worden vergezeld van in cocktailjurkjes gestoken animeermeisjes. Handen liggen op de dijen; armen klemmen om middels.
Wijzelf zijn met zijn zessen en giechelen wat onwennig om deze ambiance. Strak gekleed serveerderspersoneel, wel een dozijn man sterk, checkt tussen het inschenken van de drankjes door of sommige mannelijke gasten mogelijk eerder gesteld zijn op mannelijk gezelschap. Maarten M. wordt nadrukkelijk door een van hen in de gaten gehouden. Alwin is even later wat minder gelukkig met een dame die vanaf de sofa achter hem zijn schouders, hals en gezicht betast.
We sluiten de avond af met wat geschuifel op de dansvloer; ook Leo en Yvonne zijn inmiddels van de partij. Ondanks wellicht een wat saaie busdag staan er ook nu weer beelden op ons netvlies gebrand die we niet snel zullen vergeten.
Maarten B.
 
12\8
Na een rustig (of juist heftig) verpozen in de hotelbar de vorige avond, was iedereen weer uitgerust in de ontbijtzaal. Het ontbijtbuffet zag er op het eerste gezicht indrukwekkend uit. Helaas bleken de loempia’s nog het meeste te smaken naar gelatine. En over de worstjes zullen we het maar niet hebben….
Ook voor deze donderdag stond er een lange busreis op het programma. Gevoelsmatig leek deze veel rustiger dan de voorgaande dag: minder slalommen tussen de kinderen, koeien, kippen en andere weggebruikers. En de noodstoppen in het geval alle capriolen en getoeter van de chauffeur niet hielp vallen op den duur ook niet meer op.
Een busreis is het ideale moment om je medereizigers beter te leren kennen. Maar na anderhalve week reizen werd het tijd voor iets anders. Het welbekende spel wie-ben-ik bleek zeer geschikt te zijn voor groepsgebruik. De onderwerpen varieerden van schaamluis, prittstift (30 min.) tot jezelf (5 min.)en zoogcompres(5 min). Volgens verhalen van de reizigers die zich onttrokken hadden aan dit spel waren op de route de mooiste rijstvelden van Laos te zien. Of dat echt waar was zal ik nooit weten. Voor nu hou ik het er maar op dat dit een sterk verhaal is. De bewuste persoon (Leo) heeft namelijk een reputatie opgebouwd.
Gelukkig was er onderweg naar Khong Island echt iets interessants te zien. Het stoppen en fotograferen van elke brug of dorpje begon namelijk wel te vervelen.
Vat Pha, een uitgebreid tempelcomplex, lag redelijk op de route met een omweg van slechts 30 minuten.
Aangekomen bij de tempel bleek dat een medereiziger aan een beruchte reizigers ziekte leed. Hij had alle reisgidsjes erop nageslagen maar kon niks vinden over een Koreaanse tempel. Tja, Vat Phou is dan ook niet koreaans maar angkor khmer...
Blijkbaar had de cultuurshock bij hem toegeslagen.
Vat Phu is een hindoestaanse tempel gebouwd door de Hmong vanaf de vijfde eeuw na C. De verschillende niveaus van de tempel zijn nog steeds duidelijk zichtbaar: waterbaasins en tempels op het laagste niveau, verschillende terrassen en trappen omhoog tegen de berg op en een zeer feeërieke tempel boven in het complex.
Daarachter lag een waterbron waar nog steeds echt heilig water uitstroomde. De tempel is inmiddels wel getransformeerd naar het boeddhisme door middel van het plaatsen van Boeddhabeelden.
Het relief in de muren en het ontwerp verraden echter duidelijk de hindoestaanse oorsprong.
Het vervolg van de reis naar Khong island verliep voorspoedig. De overtocht over de mekong op een pontje is een avontuur op zich. Het pontje is gebutst en gedeukt. Cruciale bevestigingsbouten ontbreken. Een reddingsvest hebben we niet gezien.
En de kapitein had geen zicht op de rivier tijdens de overtocht.Onwillekeurig moet je dan toch even denken aan het lied Heen en Weer van Drs. P. Ik zou niet weten op welk punt de pont in Nederland door de inspectie zou komen. Maar zoals vaker in ZO Azie blijken dit soort gammele constructies prima te functioneren.
Als lezer heeft u geluk dat dit verhaal nog op papier is gekomen. De volgende dag werd ik samen met Maarten en Berna getroffen door een noodweer tijdens een fietstocht. Verstandiger reizigers (Alwin en Galith) hadden de onweerswolk al zien aankomen en waren bijtijds teruggekeerd. Wij dachten dat de bui niet zo’n vaart zou lopen. De bliksemschichten waren wel heel helder zichtbaar maar het tellen van de seconden leerde ons dat het nog 5 km van ons af was. Totdat de bliksem links en rechts van ons binnen 1 km insloeg en er boven ons een wolk tot wolk ontlading was.
Daar zit je dan op je metalen fiets, op een landweggetje te midden van zeer vlakke rijstvelden. Je slaat een paar hartslagen over, je herinnert je de onthoofde en zwartgeblakerde palmbomen die je eerder hebt gezien en gaat rondkijken naar een geschikte schuilplaats.
Op het eerste gezicht lijkt het bamboehuisje wel wat maar wat zou er gebeuren als daar de bliksem inslaat? 500 meter terug stond een stenen huis, 500 meter verder een huis met een veelbelovend goed rood dak.
Na een korte discussie besloten we door te fietsen. Toen bleek dat dit de enige ontlading bij ons in de buurt was.
Ver overgebogen op onze fiets en met een snelheid die niet bij het warme en vochtige weer paste zijn we veilig teruggekomen.
De mensen in de rijstvelden die ons hebben zien fietsen zullen echter het beeld nooit vergeten: drie Nederlanders op een veel te kleine fiets die fietsen alsof de dood hen op de hielen zit.
Maarten M.
 
13\8
Goedemorgen, deze morgen. Het is alsof de duivel ermee speelt dat ik als aanbidder van Satan deze dag mag beschrijven.
Maar het krieken van de ochtend had weinig met de gevreesde ongelukkige dag te maken. Tijdens het ontbijt konden we lekker van het zonnetje genieten.
Daarna namen we deel aan de excursie naar de watervallen. We gingen met twee bootjes richting Dong Tat.
Tijdens de vaart konden we de omgeving nabij de rivier bewonderen, een gesprek met medereizigers aanknopen of gewoon lekker relaxen. Eenmaal aangekomen bij het eerste eiland gingen we aan wal om de wandeltocht naar de eerste waterval te maken. Het was  ongeveer elf uur en al bloedverziekend heet. De wandeltocht was mooi. Onderweg heb ik dan ook nog wat kiekjes geschoten. Tussen de Kodak momentjes ook nog gebabbeld met mensen uit onze groep. Om  niet van mijn verhaallijn af te wijken   zal ik de gespreksonderwerpen buiten beschouwing laten). Eenmaal bij de waterval ontdekten we dat we niet de eerste toeristen waren. Niet wetende dat het vrijdag de dertiende was ben ik tussen de menigte door gekropen om vanaf de rotsen een paar foto’s te maken. Daarna hebben we met de groep een drankje gedaan om vervolgens gillend\krijsend\gierend naar  de boten terug te lopen. Dat ging bij mij niet al te soepel want ik struikelde regelmatig over mijn eigen schoenen. Komt waarschijnlijk omdat ik de afgelopen dagen erg aan mijn slippers gewend was geraakt. Maar ik heb de boot nog op tijd kunnen halen.
Tijdens de boottocht naar Dong Khong ben ik met onze vriendelijke gids La  een gesprek aangegaan. Daarin vertelde hij mij dat hij op korte termijn plannen had om zijn huis te laten bouwen in Luang prabang. Ergens buiten het centrum met het uitzicht op de stad. Verder kaartte hij zijn toekomstige reisplannen aan.. Eerst wilde hij naar Jakarta en vanuit daar  java te bereizen. Het jaar daarop zou hij een kennis in Amsterdam opzoeken die hem dan op sleeptouw neemt. Mocht het hem schikken dan zou hij een citytrip naar Berlijn eraan vast plakken. Na het gesprek gingen we weer aan wal om met de bus  naar de tweede waterval.
Bij aankomst regende het dus een deel van de groep besloot eerst een hapje te gaan eten. Voor de verandering hebben we dan ook noodles gegeten. Uiteraard daarna zijn Henk Jan en ik naar de waterval met klotsende oksels gewandeld. Deze waterval was nog groter  maar persoonlijk vond ik deze minder mooi. Daarnaast was het echt   druk.
We zijn dan ook niet lang gebleven.  hup! Snel naar de bus. En met gierende banden  naar onze Khong Island. We kwamen daar rond half vier aan bij ons hotel. Geheel volgens schema want rond vier uur wilde een deel van de groep fietsen. Gezien de dreigende wolken zijn Hj en ik op dat punt afgehaakt. De echte bikkels zijn uiteindelijk wel gegaan. (zie vorige  hfdstuk)
Rond 19.00 uur stond er een borrel op het programma om afscheid te nemen van La en onze langzaam rijdende chauffeur. De opkomst was groot en de laotiaanse mojito smaakte goed. Sanne had nog een handzaam fitness apparaat gehaald zodat ons La
Zijn goddelijk lichaam kan trainen. Vervolgens zijn we aan het diner begonnen. Als afsluiter van de avond heb ik met La en Sanne nog wat kaartspelen gedaan. Uiteindelijk verliet iedereen het terras om te gaan slapen. Het was weer een mooie dag in Laos.
Rio
 
14\8
De dag begon goed. Een lekker ontbijtje op Khong Island. Ondanks het vroege tijdstip was het genieten van de zonsopkomst. Sommigen wilden hier wel een week verblijven maar helaas moeten we weer verder.
Wederom gingen we met de hypermoderne draagvleugel veerpont naar de overkant. Het vooruitzicht was een lange reisdag en het afscheid van het prachtige Laos.
Rond de middag kwamen we bij  de grens aan bij Thailand. Wat is dat altijd een gedoe! Paspoort, immigratieformulieren  etc. Iedereen mocht Laos verlaten en na afscheid genomen te hebben van La en de chauffeur stonden we weer snel in Thailand.
Met onze vijf sterren (inclusief een vet LCD scherm)bus gingen we op weg naar Surin.
Rond vijf uur kwamen we hier aan en konden we genieten van een avondje Thailand.
Henk Jan
 
15\8
Vandaag is de dag om Thailand weer te verlaten en af te reizen naar Cambodja, wat een van de hoogtepunten van de reis beloofd te worden.
De dag was al vroeg begonnen. De Maartens, Ghalid, Alwin en Berna zijn nog afgezakt naar de plaatselijke disco. Het was een grote ruimte met veel tafeltjes waar de lokale bevolking omheen stond te dansen. Naast een dj was er een optreden van de plaatselijke mtv mooie jongens met hippe kapsels en knappe meiden wisselden elkaar snel af  op het podium. De een nog mooier maar soms ook schaarser gekleed dan de ander. Er was van alles te zien. Mannen die zich verbouwd hadden als vrouw, homo’s, lesbo’s en hetero’s een heel schouwspel.
Na een halve nacht alweer vroeg op voor vertrek richting grens 7 uur ontbijt en half 8 vertrek.
En ja hoor na het ontbijtbuffet vertrokken we om half 8  richting grens.
Sanne had ons voorbereid op een lang gehassel aan een bloedhete grens.
Eerst gestopt in Pakbeng voor een heerlijk kopje echt vers gezette koffie. Een aangename afwisseling na alle kopjes nescafe.  De laatste kippen werden op gemaakt door ze in te wisselen tegen  heerlijke koffiekoeken en broodjes waarna we de reis vervolgden. Eerst nog afscheid genomen van La en toen de grens over.
Bij de thaise autoriteiten moest een uitreisstempel worden gehaald. Gelukkig was het daar koel en stond er muziek aan op de tv. Ghalid en Berna deden een dansje in de rij. Nadat ze de douane door waren kwamen er allemaal lachende mensen aan die dit gezien hadden en die hun duim opstaken en een dansende beweging maakten.
Buiten in een warme tent moest je verklaren dat je wel gezond was waarna  we de strijd aangingen om  de 20 dollar te betalen die in de lonely planet staat en niet extra dollars vanwege corruptie.
Er werd meteen 20 dollar gevraagd + 100 baht. Maarten B. was als eerste en die zei heel vriendelijk maar toch duidelijk dat hij alleen 20 dollar ging betalen. Na enkele herhalingen van dit tafereel werd het geaccepteerd. Bij het visum van Khalid bleek dat zijn geen uitreisstempel had gekregen, ze moest terug naar de thaise autoriteiten om dit alsnog te regelen.
Bij de rest verliep het bijzonder vlotjes en we waren er met zijn allen door en goedkoper dan de vorige djosergroep. Nu nog het kleine zweterige hokje zoals Sanne ons had omschreven maar ook dit viel mee. Het was er rustig en Maarten besloot de ventilator aan te zetten. Aan de andere kant stond onze nieuwe gids en locale bus die ons naar het busstation bracht. We werden er voor het gebouw uitgezet. Moesten door het gebouw lopen en de bus reed ons naar een gele bus. Waarschijnlijk wilden ze ons laten zien welk een mooi gebouw ze hadden, want we hadden net zo goed in de bus kunnen blijven zitten.
Onderweg naar Siem Reap vertelde de nieuwe gids van alles over Cambodja, het geloof, de verschillende soorten rijst, die we onderweg tegenkwamen.
Om 13 uur onze eerste Cambodjaanse lunch. En midden op de middag kwamen we aan in het hotel met zwembad! Hier ging iedereen weer zijn eigen weg.
Sommigen hadden meteen de tuktuk gepakt om Angkor Wat in de laatste zonnestralen te aanschouwen. Terwijl anderen achter het gratis internet doken of in het zwembad.
Savonds werd in groepjes de stad verkend. Een aantal doken vroeg het bed in omdat de wekker alweer om vier uur af zou gaan: Angkor Wat in het ochtendgloren bewonderen. Een tijdstip waarop sommigen pas hun eerste slaap gevat hadden omdat de stad ook tot in de nacht nog werd verkend.
Berna
 
16 \8
Om half vijf in de morgen verzamelden we ons in de lobby van het Nam Peanhotel in Siem Reap om naar de 287 tempels van Angkor Wat te gaan kijken. We gaan in het donker op stap om het complex te kunnen zien bij opgaande zon. Wij zouden hier een mooie ervaring bij hebben en bijzondere foto’s kunnen maken. Het is gelukkig droog  en niet te warm maar het is en blijft bewolkt. Daardoor komt de skyline van Angkor Wat niet zo tot uiting als we gehoopt hadden.
De gloriedagen van de roemrijke hoofdstad van het Khmerrijk duren ongeveer vijfhonderd jaar vanaf de stichting in de negende eeuw tot het verval in de veertiende. Angkor betekent in het khmers Hoofdstad.
We hebben om zeven uur een uitgebreid ontbijt genomen om de verdere dag erop uit te kunnen gaan. Om half acht is het weer zonnig en warm en we zweten weer dat het een lieve lust is. We bekeken de prachtige reliefs van Angkor Wat over de Ramayana. Angkor Wat is de tempel aan de ingang van het domein van 400 km en is de grootste.
De hele tempelberg is gewijd aan de oppergod van de hindoes: Visjnoe. De vijf torens zijn over de hele wereld beroemd en zijn het symbool van Cambodja.
Daarna zijn we naar Angkor Tom gereden. Door een triomfboog die meer dan 25 meter hoog is en versierd met een mysterieus gezicht met vier kanten. De stad Ankgor Tom wordt aan vier zijden beschermd door acht meter hoge muren over een totale lengte van twaalf kilometer. In het midden van de stad is de Bayons magische berg. Vieren vijftig torens voor de vierenvijftig provincies van het Kmerrijk elk versierd met vier gezichten die verwijzen naar de deugden van Boeddha. Vriendelijkheid, medeleven, gelijkmoedigheid en gelijkheid. Ook de Bayon is versierd met afbeeldingen van meer dan 10.000 figuren; zeer indrukwekkend.
Daarna hebben we de terrassen van de olifanten van de melaatse koning bekeken. Het werd intussen steeds warmer.
We hebben gezellig gelunched in een goed restaurant en tot slot Ta Phram bekeken. Wat mij betreft de mooiste tempel. Ik kan me voorstellen dat degenen die de resten van de tempel in de jungle ontdekten bijzonder verbaasd waren dit aan te treffen. De natuur neemt uiteindelijk de natuur terug.
Om twee uur waren we weer terug in het hotel. Iedereen had daarmee tijd om leuke dingen te doen zoals lekker zwemmen in het heerlijke water van het zwembad, naar de markt of de supermarkt of een massage met of zonder visjes. Een heerlijke dag!!!
Anne margriet
 
 
17\8
Ex-1 werkt. Uit het groepje tuktukchauffeurs dat sochtends voor het hotel staat te wachten, is er een die mijn wat merkwaardige kamer weet. Prima geregeld door Voeda (wel wat fonetisch geschreven). De tuktuk brengt ons naar het tempelcomplex De roluosgroep, 15 km ten oosten van Siem reap. We zijn met z’n vieren, kan prima in een tuktuk. De Roluosgroep bevat verscheidene tempels uit het einde van de negende eeuw. Ze maken deel uit van de tempelruïnes van Angkor maar zijn eigenlijk pre-Angkoriaans. De drie belangrijke tempels liggen ca. 1 km van elkaar. We kopen eerst een kaartje in Angkor alvorens de rit naar Roluos begint. We rijden eerst naar de bakongtempel, de belangrijkste van het complex. De rit is leuk, je ziet vanuit de tuktuk toch meer dan vanuit de bus. Er zijn (nog?) bijna geen andere toeristen. Een weldadige rust waardoor je de sfeer beter ondergaat.
De tempel verkeert in goede staat. We lopen langs het klooster waar restaurateurs sans frontiere samen met Cambodjaanse collega’s restauratie werkzaamheden verrichten. Het zijn Fransen die voor een periode van ruim een jaar deze klus mogen doen. Geweldig als je zoiets kunt doen. Was er maar meer sans frontiere!!!
We zien ook hoe er een soort waterijsje wordt gemaakt voor de monniken. Schraapsel van een ijsblok met een soort siroop en gecondenseerde melk.
De tuktuk brengt ons naar Preah Ko, de tweede tempel, de oudste  van de Roluos groep.  Hij is opgedragen aan Shiva en pas in 1932 ontdekt. Het centrale deel bestaat uit zes torens, waarvan de portalen met beelden zijn versierd. Tegenover deze tempel bevindt zich een soort Madurodam met maquettes van de verschillende tempelcomplexen. Erg interessant, zo zie je de complexen in hun geheel. De chauffeur van de tuktuk is erg enthousiast en vertelt honderuit.
De derde tempel is Lolei. De torens staan in de steigers. Een bewoner van het dorp begint een praatje. Het blijkt dat hij engels geeft in het schooltje op het terrein van de tempel. Hij nodigt ons uit in de schoolbanken te gaan zitten. Op het bord staat uitleg over allerlei grammaticale engelse begrippen. Hij vertelt dat hij hier een aantal jaren als vrijwilliger werkt, daarna wil hij naar de universiteit om engelse literatuur te gaan studeren. Hij is eenentwintig jaar.
Intussen begint het enorm te regenen en te onweren. Een heuse wolkbreuk. Wij mogen schuilen bij de monniken. Ze zijn net aan het eten. Onze teacher beantwoordt al onze vragen; hij is zo blij zijn engels te oefenen. Hij vindt het vandaag koel, tja…is er bij ons echt sneeuw? Hij zou zo graag eens sneeuw willen zien. Dat kan, de techniek staat voor niets. Peggy laat hem een sneeuwfilmpje zien op haar camera. Geweldig!
We besluiten toch maar terug te gaan, de regen kan nog wel even duren. Onze tuktukchauffeur sealt ons in. Hijzelf wordt drijfnat. Naarmate we dichter bij Siem Reap komen, wordt de regen minder. Later blijkt dat het daar nauwelijks heeft geregend.
Een welbestede ochtend!
Na de lunch vertrekken we met de bus naar Ton Sap.
Het meer zet uit en krimpt op het ritme van de moesson. Mekong en Ton Sap vice versa. Als de Mekong hoger komt te staan dan het meer, gaat de rivier Ton Sap in een andere richting stromen en wordt het meer gevuld. Het wordt een echte binnenzee.
We bezoeken het drijvende dorp Chong Khneas.
We stappen daartoe over op een boot die ons langs de veelal armoedige hutten voert.
Al naar gelang het seizoen verplaatst het dorp zich. Er wonen achthonderd families, zo’n drieduizend mensen. Visserij is de bron van inkomsten.
Bootjes komen langszij, al onze verzamelde zeepjes, kammetjes etc. vinden gretig aftrek. In deze leefgemeenschap bevinden zich scholen, een kerk, markten en winkeltjes. Aan het einde van het kanaal leeft een groep vietnamezen. Ze hebben hun eigen school. Dubbel gevoel: dit hoort ook bij het leven in Cambodja maar wat een vreselijke armoede.
Op de weg terug stopen we nog even bij een lotusveld. Ook hier kinderen die nog wat verzamelde toiletartikelen en pennen krijgen. Zoals overal in Laos en Cambodja treft mij het gebrek aan speelgoed. Kinderen moeten kunnen spelen en natuurlijk naar school.
Savonds nog een bezoek aan de avondmarkt. Alles lijkt op elkaar en er wordt niet veel verkocht. Wij leveren een bescheiden bijdrage door de aankoop van tassen en etuis.
Morgen naar we naar Phom Penh. De dagen in Siem Reap waren in alle opzichten bizonder, niet in de laatste plaats doordat je je realiseert dat eeuwen geleden de Khmercultuur heel ver was in ontwikkeling! Wat is er sindsdien veel gebeurd!
Ingrid
 
18\8
Om tien voor zeven kraaide de haan zeer helder dat het woensdag was. Buiten ruikt het zeer naar zwembad en zware regenlucht. In de verte wat vogelgeluidjes en getoeter van een auto en bromfietsen. De kamermeisjes staan al klaar met schone lakens. Het ontbijt bestaat uit gerechten die Nederlanders meestal savonds eten .
Ik eet een cocosnoot cream broodje uit de supermarkt omdat je alles een keertje moet proberen. Best lekker!
Het altaartje in het hotel staat er vrolijk bij met zijn dikke chinees. De lichtjes branden, knoflook, koffie, thee, pompoen, kaarsjes en roze lampjes staan voor zijn neus.
We hebben een Bus dag.Met stoppen bij een brug, koffie bij een meer, een carving stone plek waar ze boeddha’s maken (kleintjes en hele grote).
Het landschap is net zo plat als Holland maar hier geen weilanden met koeien maar rijst rijst en nog een rijst. Ik vind het het mooiste gewas van de wereld. Dat groen is schitterend.
Voordat we gaan lunchen stoppen we eerst bij een Spinnen plaats.
Levend om over je te laten lopen en dood om op te eten! Fobien worden overwonnen, de spinnen lopen lief over de slachtoffers heen.
En als je er een stukje van opeet smaakt het naar iets zouts en het kraakt wat tussen de tanden. Laat ze maar leven om nuttig beestjes te vangen in hun net.
Spinnen hebben veel poten en die kan je breken en dan ga je dood. Een onzeker bestaan, zeker met al die liefhebbers om je heen!
De gids vertelt over thaise kippen die dik zijn en Cambodjaanse kippen die veel lopen en dunner zijn. Toeristen willen die dikke kippen eten, die vinden de Cambodjaanse maar bottig. Maar dat vet is kunstmatig!
Bij een koffiestop drijven prachtige bladeren in het water. Vettige bladeren, als er water op komt glinstert het als kaarsvet. Je kunt de druppels er zo vanafblazen.
Als we gaan lunchen staan er ontelbaar veel fruitverkopertjes.
Het Cambodjaanse eten is veel minder spicy dan dat van laos, soms bijna flauw.
En het voelt buiten nog warmer dan Laos.
Phnom Penh heeft een prachtig brede boulevard langs de Tonle Sap rivier. Daar flaneert iedereen als we aankomen einde van de middag. En het hotel ligt in het centrum naast het Koninklijke paleis aan die boulevard. We kunnen dus morgen heel veel lopen.
In het rivercafe draait savonds een film over oa Pol Pot. Je weet wel wat er gebeurd is zo’n dikke dertig jaar geleden maar nu we  in Cambodja zijn,en  in Laos gezien hebben hoeveel bommen daar gevallen zijn en er nog moeten worden opgeruimd en slachtoffers maken  is het toch weer super schokkend en kan je je het niet voorstellen dat mensen elkaar zoiets aan doen.
En voordat we op reis gingen werd er op tv gepraat over de clusterbommen eens gegooid door Amerika, nu pas! En dat er een verdrag gesloten gaat worden.
 
19\8
Voor een excursie naar het Tol Sleng Holocaust Museum en de Killing fields worden we opgehaald door de bus en onze gids.
Zijn grootvader werkte aan het hof en werd ook omgebracht in de Pol Pot tijd. Daarom vluchtte de familie naar Vietnam en daar werd hij geboren.  Een arme jeugd, hij hielp bijvoorbeeld met water dragen.Zijn vader kreeg een ongeluk. Maar hij had ook een droom, eens engels te kunnen spreken en mensen te vertellen over Anhgkor Wat! De familie verhuisde terug naar Laos en werd wat rijker. En nu woont hij zelfs in Siem reap!!
Het museum zit in een oud schoolgebouw dat in de PP tijd gebruikt werd als gevangenis. Wanneer je de omstandigheden ziet, de kleine hokjes dan begrijp je dat maar zeven schilders het overleefd hebben. En dat overleven kon alleen maar omdat men hen nodig had. Anders waren zij ook vermoord.
De film is ook weer zeer indrukwekkend, oma heeft de afschuwelijke periode overleefd en vertelt over haar zoon en nicht.
Daarna naar de Killing fields. Een plek buiten de stad waar men werd vermoord en gestopt in massa graven. Aan een boom hing een luidspreker zodat de omwonenden niet door zouden krijgen wat er daar gebeurde. Het stukje land was eens een chinese begraafplaats.
En dan doet zich het merkwaardige feit voor dat Duch pas veroordeeld is….pas na een kleine dertig jaar. Onbegrijpelijk!
Ik moet even bijkomen en ga lopen over de boulevard!
Dan naar het nationale Museum: ook al heb ik er nog zoveel gezien, die Boeddhabeelden gaan niet vervelen en blijven schitterend! En Kmer kunst, Visjnu beelden, hindoeisme, een prachtige binnenplaats. Het doet soms wat denken aan het Amsterdamse tropenmuseum.
Er is een ontvangst op het paleis dus dat komt morgen aan de beurt.
En dus tijd voor schrijven en lezen op de boulevard. Af en toe kijkt iemand hoe ik schrijf want dat is een raar gezicht! En natuurlijk boekverkopertjes want ik zit ook te lezen en aan een boek heb je nooit genoeg.
Er wordt gespeeld aan het water en af en toe gezwommen. Een politieagent kijkt streng toe want eigenlijk mag dat niet daar, zwemmen!
Er hangen weer donkere wolken en de wind gaat harder waaien maar het duurt best nog een tijd voor er een geweldige bui losbarst. Daarvoor gebeurt er nog iets grappigs: tussen al het verkeer loopt ook een heuse olifant!
Het oversteken is trouwens ook een kunst. Het best is om niet te wachten maar heel voorzichtig tussen het rijdende verkeer te lopen. Men rijdt vanzelf om je heen.
Savonds gaan we met zijn allen afscheideten! In een restaurant verzonnen door Sanne, de opbrengst gaat naar straatkinderen. Lekker eten en leuke mensen!
Sanne spreekt ons geweldig toe! Er wordt veel gelachen.
En dan nog even naar de gaybar verderop….maar er gaan ook dames mee en de bar moet zich wel instellen op het nieuwe publiek dat ook nog lang staat te dansen.
 
20\9
De laatste dag! Vanmiddag vliegen we via Singapore naar huis.
Voordat we in de sleur komen van wachten, in de rij staan en proberen te slapen nog even wat leuks: het koninklijk Paleis.
Het paleis is overdadig, heeft prachtige karpers in de vijver en aapjes in de tuin.
Een groot gedeelte is verboden toegang, daar mogen alleen de koningen rondlopen.
Maar het volk mag wel alle rijkdom zien!
Het paleis werd gebouwd in 1866 en  goed onderhouden.
De zilveren pagode is natuurlijk het plaatje: de vloer is van zilveren platen (maar voor het grootste gedeelte bedekt, je ziet er dus nauwelijks iets van)  en er staat een puur gouden boeddha van 90 kg met 9500 diamanten. Tja als ik koning was zou ik er toch wat van verkopen opdat alle kinderen naar school konden gaan en leren schrijven en lezen.
Het napoleon III paviljoen is nog gerestaureerd met geld van keizer Napoleon. In 1870 stuurde zijn vrouw Eugenie  het van Parijs naar Phnom Penh als kadootje voor Koning Norodom.
Als we door de tuin lopen klinkt er Krontong muziek. Danseressen zijn aan het oefenen. Net Indie!
En dan begint de terugtocht met een stop op Singapore airport. Wat een mooi vliegveld met de vlindertuin en al die orchideeen.
Een prima terugtocht van een geweldige reis!
 
Liesbeth