Verandering op Cuba: Hoop, mythe of waarheid?

Verandering op Cuba: Hoop, mythe of waarheid?

‘Ik heb sinds november internet op mijn mobiele telefoon,’ zegt hij stralend, terwijl we door de straten van Centro Havana lopen. Hij struikelt bijna over een los liggende tegel, omdat zijn ogen aan zijn scherm zitten vastgeplakt. Hij laat me trots een appje lezen van een ex-reiziger: ‘Kijk! Deze foto kreeg ik binnen van mijn Canadese vriend. Hij heeft een nieuwe BMW gekocht.’ Het enthousiasme klinkt door in zijn stem. Eindelijk kan hij contact houden met de buitenwereld zonder eindeloos op zoek te gaan naar een WiFi-spot en in de rij te staan voor kraskaarten bij het ETECSA kantoor. Ik kijk hem lachend aan. De Cubaanse vlag wappert trots boven onze hoofden.

Sinds de stemming omtrent de nieuwe grondwet op 23 februari 2019 hangt Havana vol vlaggen. ‘Een ja-stem is een stem voor eenheid, voor socialisme.’ De pamfletten prijken nog trots op de glazen, stoffige deuren van menig cafetaria. Ik herinner me de uitzendingen op de Cubaanse televisie in de maanden voorafgaand aan het referendum. Plotseling werd een baseball-wedstrijd onderbroken, omdat het beeld in zijn geheel bedekt werd met een spandoek, waarop stond: ‘Stem ja.’ Over de mogelijkheid ‘nee’ te stemmen werd gezwegen. Tegenstanders voerden geen opzichtige campagne. Misschien likten zij hun wonden in stilte. Toch stemden er ook mensen tegen, maar de overgrote meerderheid zei zoals verwacht ‘ja’ tegen de nieuwe grondwet die geschreven werd door Raul Castro. Ook na zijn presidentschap is zijn rol in de Cubaanse politiek niet te onderschatten.

‘Hebben je vrienden nu ook internet?’ vraag ik terwijl we plaatsnemen in een klein koffietentje, waar nog betaald wordt in Moneda Nacional. Hij schudt zijn hoofd. ‘Sommigen, maar 100MB kost 7CUC [$7]. Dat kunnen de meesten niet betalen. Alleen als je ‘bijverdient’ naast het staatsinkomen van 20CUC per maand.’ Hij laat me de uitzending zien van Cuba’s meest geliefde cabaretier Panfilo die grappen maakt over Cubaanse thema’s als schaarste, het embargo en de relatie met het Westen. Hij heeft tranen in zijn ogen van het lachen: ‘Dit was een jaar geleden ondenkbaar, maar het internet valt niet te censureren voor onze machthebbers. Althans, ze censureren nog niet.’ Even kijkt hij bedenkelijk: ‘Hopelijk gaan ze China niet nadoen.’ Hij lacht weer. Cubanen zijn meesters in het weglachen van problemen. ‘Geloof me, over vijf jaar zal het anders zijn...’

Even later stappen we in zijn Lada op weg naar het huis van zijn grootouders. Na drie huizenblokken worden we aangehouden. ‘Waarom vervoert hij een toerist in zijn auto?’ Ik stap braaf uit en het volgende blok weer in. Als er iets is dat Cuba je leert, is het om tussen de regels door te leven. Op de voorruit heeft hij met zorg een sticker van de Cubaanse vlag geplakt met daaronder de tekst ‘Mi amor’ [mijn liefde]. Hij leest mijn gedachte, terwijl ik naar de sticker staar: ‘Uiteindelijk is dit mijn land. Met al haar gebreken. Ik wil niet weg, maar ik heb geen mening over wie dat wel doet. Ik snap het, maar ik… tja, ik zal altijd blijven.’

Een achtergrondverhaal van reisbegeleidster Zinzi Zegers over de situatie in Cuba anno 2019.