Het Titicacameer, een magische plek

Het Titicacameer, een magische plek



Tekst: Jeroen Windmeijer

Na meer dan vijfentwintig jaar keert schrijver en oud-reisleider Jeroen Windmeijer terug naar zijn geliefde Titicacameer. Als student Culturele Antropologie woonde hij ooit zes maanden in een kleine lokale gemeenschap aan de Boliviaanse oevers. Nu maakt hij met Djoser een rondreis van drie weken door Peru en komt hij terug bij het meer.


Het eiland Amantani

Uros huis op Titicacameer in Peru

Ik sta op de top van de berg Llacastiti, op een hoogte van 4150 meter. Met een onregelmatige ademhaling en licht bezweet van de inspannende klim naar boven draai ik langzaam een rondje om mijn as. Bijna 350 meter onder me schittert de majestueuze waterspiegel van het Titicacameer. Het is zes uur ’s avonds en de zon zakt langzaam achter de horizon. Het levert een schitterend spektakel op, een spel van licht en schaduw met de wolken, een kleurenexplosie van geel, rood en oranje. 

Op de kade van Amantani wachten de inheemse gastvrouwen, in wiens huizen we de nacht doorbrengen, ons op. Mijn groepje loopt mee met Flora, een in traditionele kleding gehulde vrouw, die ons naar haar huis brengt dat net boven het centrum ligt, tegen de berghelling op. Het toerisme is een goede inkomstenbron hier, maar aan de omgeploegde akkers en de vele dieren te zien spelen landbouw en veeteelt ook een belangrijke rol. Op het erf van Flora bloeit een overdadige bloemenpracht, waarbij de rozerode kantuta overheerst, de nationale bloem van Peru.


Pachamama, Moeder Aarde

Een half mensenleven geleden verkeerde ik ook in deze contreien, maar dan aan de overkant van het meer. Als 24-jarige student Culturele Antropologie woonde ik zes maanden in een gemeenschap van Boliviaanse Aymara-bevolking. Ik deed er mijn afstudeeronderzoek naar de rituelen, verhalen en gebruiken rond Pachamama: Moeder Aarde. De Aymara’s ervaren de wereld om zich heen als levend. Dit geldt niet alleen voor de dieren, bomen en planten, maar ook voor de grond, de zon, de stenen, de bergen, natuurverschijnselen - regen, hagel, vorst, wind - de huizen, het water... Met de levende natuur ga je om zoals je met mensen omgaat, je hebt er een relatie mee. Landbouw bedrijven zien de Aymara's als 'het helpen baren van Moeder Aarde'. Zo graven de inheemse boeren voor de zaaitijd een gat in een akker waarin ze alcohol, cocablaadjes, sigaretten en suikerklontjes werpen. Ze vragen Pachamama om vergeving omdat ze haar gaan openmaken, gaan ‘verwonden’ met hun scherpe ploegscharen. "Maar we gaan goed voor je zorgen," beloven ze. "En wil jij dan ook goed voor ons zorgen? En ons mooie aardappels geven, voedzame bonen, en goede quinoa-oogst?"

Het brengen van offers en het uitwisselen van giften - ik geef jou iets, jij geeft mij iets terug - is nog altijd een onlosmakelijk onderdeel van het dagelijks leven in de Andes. Net als bij de omgang met Moeder Aarde moet er sprake zijn van evenwicht en wederkerigheid: niet meer nemen dan de ander kan geven en iets teruggeven als je iets hebt gekregen. Het is een belangrijke les voor onze tijd.


De mummies van Peru

In het koloniale stadje Arequipa heb ik in het Museo Santuarios Andinos oog in oog gestaan met Juanita, een Inca-meisje dat 500 jaar geleden op een hoge Andestop werd geofferd. In een doorzichtige glazen vrieskist is ze nu als mummie te aanschouwen, zittend in de foetushouding waarin ze werd gevonden, deels bedekt met ijs, letterlijk bevroren in de tijd. Het heeft iets vreemd intiems om het meisje honderden jaren na haar dood zo van dichtbij te aanschouwen. Dezelfde ervaring had ik op de pre-Inca mummiebegraafplaats van Chauchilla, nabij Nazca. In de gortdroge woestijn, waar we door een striemende wind werden gezandstraald, liggen in open kuilen goed geconserveerde mummies - omringd door grafgiften. De gezichten zijn gericht naar de opkomende zon in het oosten, symbolisch voor het nieuwe leven dat hen in het hiernamaals te wachten staat.


Nazca-lijnen in PeruDe Nazca-lijnen

Eerder op onze rondreis vlogen we in een kleine Cessna boven de woestijn van Nazca, in het zuiden van Peru. Onder ons zagen we de mysterieuze lijnen en de geometrische figuren in het zand, de enorme dierfiguren, de kolibries, condors, spinnen en apen, van soms wel honderden meters groot. Deze omgeving zal het decor vormen van mijn volgende roman De Bezoekers - dit is de eigenlijke reden van deze Perureis. In dat boek kan ik mijn levenslange fascinatie voor UFO’s en aliens kwijt.

Voor ik van de top van de Llacastiti afdaal naar het dorp beneden werp ik een laatste blik op het Titicacameer. Met een verbazingwekkende snelheid rijst nu de maan op en haar zachte stralen verlichten het pad voor me. Heel in de verte zijn nog vaag de contouren van het Boliviaanse Isla de la Luna en het Isla del Sol te onderscheiden, waar de ontknoping van mijn nieuwe thriller De Offers plaatsvindt. Latijns-Amerika blijft zo een belangrijke inspiratiebron voor mij.

Bekijk onze reizen door Peru.


Over het boek:

Jeroen Windmeijer over De Offers: "Het thema van het offer staat centraal in mijn nieuwe thriller. In een gesloten gemeenschap in de buurt van het Boliviaanse Titicacameer worden in korte tijd drie kinderen vermoord. Alles wijst erop dat ze op rituele wijze zijn omgebracht. De Nederlandse student Luc en zijn collega Nayra raken bij de zaak betrokken. Is de uitgestorven gewaande traditie van het kinderoffer nieuw leven ingeblazen? Of is er iets anders aan de hand? De verhalen die de mensen me tijdens mijn veldwerk in Bolivia vertelden, hun observaties van de natuur, van het gedrag van dieren, van de sterrenhemel, hun mythen en sprookjes vormen de basis van mijn roman."