Hollandse sferen op Java (door Daan Vermeer)

Hollandse sferen op Java (door Daan Vermeer)

De Groote Postweg op Java verbindt al tweehonderd jaar west met oost. De levensader van het eiland loopt door miljoenensteden als Jakarta, Bandung en Surabaya, door het groen van de rijstvelden en dwars door het leven van fruithandelaren, bandenplakkers en gelukszoekers. Wie de weg volgt komt onderweg veel erfgoed tegen uit tijd van de VOC.

 
Java
De duizend kilometer lange Groote Postweg - Jalan Paya Pos - die over Java loopt, heeft niets met post te maken. Het is geen weg om de post vliegensvlug over het eiland te krijgen. Het is een pseudoniem voor een weg die in recordtijd is aangelegd om de militairen snel te kunnen mobiliseren.
Waarom de weg dan de Nederlandse naam ‘De Groote Postweg’ draagt? Omdat hij onder dwang van Nederlanders is aangelegd, twee eeuwen geleden. Vandaar ook dat er langs de route van duizend kilometer volop Nederlandse historie te vinden is, van koloniale huizen en paleizen tot botanische tuinen en cafés.

Nederlandse geschiedenis in Jakarta
Gedurende de driehonderd jaar waarin de VOC het op Java voor het zeggen had was Batavia, het huidige Jakarta, de hoofdstad van het eiland. Er werden koloniale panden, kerken en pakhuizen gebouwd. De bijnaam van de stad veranderde daardoor van het met vreselijke ziekten bestookte ‘Kerkhof der Europeanen’ in ‘Koningin van het Oosten’, vanwege de frisse, brede lanen met villa’s die er kwamen.

Sinds Indonesië vorige eeuw haar onafhankelijkheid heeft teruggekregen zijn veel gebouwen vervallen of hebben plaatsgemaakt voor nieuwbouw. Jakarta groeit nu als kool. Bomen zijn gekapt om ruimte te maken voor de ontelbare auto’s, bussen en brommertjes. Wolkenkrabbers van glas en chroom, enorme warenhuizen en verhoogde autosnelwegen die al verstopt zitten voordat ze zijn opgeleverd, worden er non-stop uit de grond gestampt. Met 23 miljoen inwoners is Jakarta een stad van duizelingwekkende grootte én drukte.

Maar in de kern van de stad, in Jakarta kota, ligt het erfgoed nog gewoon op straat. Hier ligt het plein Taman Fatahillah. Dat klinkt niet erg Nederlands, maar de gebouwen die hier staan zijn het wél. Het prominente stadhuis van bijna vierhonderd jaar oud, tegenwoordig stadsmuseum, staat hier. Aan de andere kant van het plein ligt café Batavia. Zo Nederlands als het klinkt, zo is ook de sfeer. De muren hangen er vol met glorie in fotolijstjes, op de teakhouten vloer staat een vleugel temidden van grote fauteuils waar je lekker in wegzakt. De bar schittert met goede koffie en fruitsappen overdag en een serieus cocktailmenu ‘s avonds.

Een straat verderop staat de oudst overgebleven kerk van de stad, uit het einde van de 16e eeuw. Het spoor met erfgoed gaat verder langs een kanaal met oude pakhuizen en over de Hoenderpasarbrug, een oer-Hollandse ophaalbrug die je vandaag de dag ook in Amsterdam zou kunnen tegenkomen. De plaats met misschien wel de meeste historische waarde is de haven.

Hier werden ladingen nootmuskaat, thee en koffie overgeslagen van Indonesische zeilboten op de grote VOC-schepen. De zeilboten, zogenaamde schoeners, dobberen er nog steeds in rijen naast elkaar. Sterker nog, ze worden nog steeds gebruikt als vrachtschepen en vervoeren nu vaak hardhout.



Sawa ’s en botanische tuinen
Vanuit hartje Jakarta loopt de Groote Postweg via Meester Cornelis, een dorp dat bij aanleg van de weg nog kilometers uit de hoofdstad lag maar er nu door is opgeslokt, naar Buitenzorg. Sloppenwijken, wolkenkrabbers en smog verruilen zich in een paar kilometer voor uitgestrekte rijstvelden, de sawa’s, waarin de Javanen staan te ploeteren in de brandende zon. Op straat zelf gebeurt ook van alles. Eetkraampjes waar nasi en bami vers wordt gebakken in de wok staan langs de weg. De geuren ervan mengen zich met die van de brommertjes die voorbij scheuren.

Dreigende vulkanen en groene theeplantages omringen de uitgestrekte botanische tuinen die midden in de Bogor liggen. De Nederlandse professor Reinwardt is er in geslaagd om hier negenhonderd verschillende plantensoorten bijeen te brengen. Temidden van deze tuinen ligt bovendien een voormalige ambtswoning van de gouverneur-generaal. Die naam doet geen recht aan het gebouw, want je kunt het met recht een groot paleis noemen. Vergeleken met Jakarta kota is de stad een verademing. Het is een genot om willekeurig door de kleine straten ten noorden van de tuin te lopen. Met de hand maken de Javanen er houten poppen, die vroeger ongetwijfeld en misschien nog steeds wel via de postweg richting Jakarta werden vervoerd.

’De tuin van Java ’
Vlak voor het statige Savoy Homann hotel in Bandung, een vijfsterrenhotel in Art Deco-stijl uit de Nederlandse tijd, staat kilometerpaal 0. Geografisch gezien is deze stad niet het begin van de Groote Postweg, en zeker niet het einde. Nee, vanaf hier is het nog honderden kilometers richting de toegangspoort van Bali. Java stond door alle nootmuskaat, thee en koffie die op het eiland groeide in die tijd bekend als ‘de tuin van het Oosten’. Maar het was het gebied rondom Bandung dat op haar beurt ‘de tuin van Java’ werd genoemd. Groot Bandung was namelijk een goudmijn voor Nederlandse koffie- en theebaronnen, dus de nulpaal symboliseert min of meer het economische midden van het eiland.

Wie het centrum van de stad ingaat zal talloze gebouwen vinden die herinneren aan de Nederlandse tijd. Aan de postweg ligt bijvoorbeeld nog een oud postkantoor en een gebouw van het vroegere Verkeer & Waterstaat. En Café Amsterdam, met koffie gemaakt van bonen die zo ongeveer uit de achtertuin komen. Dan is het tempo van Java verrassend goed vol te houden.

Bekijk de rondreizen door Indonesië.