In de bergen van Tana Toraja wordt de dood gevierd
Door: Wilma van der Maten
In de hooglanden van Zuid-Sulawesi geniet je van het grillige berglandschap, omringd door prachtige valleien en rijstterrassen. Maar het land van de ‘Hemelse Koningen’ staat niet alleen bekend om de schitterende natuur. In Tana Toraja grijpen de inwoners ieder aspect van het leven aan om feest te vieren met als hoogtepunt de dood. Sla een overnachting in zo’n fraai beschilderd houten huis met typische steile dakpunten niet over. De Toraja’s staan bekend als goede gastheren die je graag meer vertellen over hun bijzondere cultuur.
De wandeling richting Toraja-land begint nog geen tien minuten buiten het regionale stadje Rantepao. In het begin is het landschap nog redelijk vlak. Maar in de verte lonken de hoge bergen al. De eeuwenoude route waarover de Toraja’s vroeger te voet gingen naar hun dorpjes passeert pittoreske rijstvelden, authentieke bamboe- en koffieplantages en fraai gelegen gehuchten in het groen. Hoe hoger je komt, hoe adembenemender de uitzichten. Het waren de Nederlanders die tijdens de koloniale periode de Riaja, ‘de mensen in het hoge berglandschap’, zoals ze zichzelf noemden, de naam Toraja gaven. Tot de 20ste eeuw leefde het bergvolk nog vrij onaangetast. Animisten die geloofden datgeesten niet alleen in mensen en dieren zitten, maar ook in planten, bomen en stenen. Volgens hun mythologie ontstonden de Tana Toraja’s nadat de eerste koning vanuit de hemel via een stenen trap op aarde neerdaalde. Toen zendelingen het bergvolk ontdekte, kwam er een einde aan hun isolement. De meerderheid is tegenwoordig christelijk. Dat zie je goed aan de grote hoeveelheid kerken in het gebied. Toch hebben de Toraja’s hun cultuur weten te bewaren.
Het eerste hoogtepunt op de tocht is het dorpje Sandan Uai waar de beroemde Batu Lemo begraafplaats ligt. Van een groen begroeide rots moeten honderden jaren geleden de Toraja’s een stuk hebben afgehakt om er de overledenen te begraven. Hoe hoger je komt te liggen is de gedachte, hoe eerder je het paradijs bereikt. De dood wordt in deze cultuur beschouwd als het ultieme doel in je leven. De Toraja’s staan bekend om hun unieke begrafenisrituelen. Maar de uiteindelijke begrafenis kan nog wel jaren duren. Het is een kostbare ceremonie met honderden gasten waarvoor heel wat Buffalo’s worden geslacht. Tot het zover is liggen de lichamen in de huizen te wachten. Zodra het geld bijeen is kunnen de Rambu Solo, begrafenisrituelen, beginnen. Met dansen en eten wordt de overledene op zijn laatste reis begeleid naar de wereld waarin zijn voorouders leven. Vroeger werden deze ceremonies gehouden na het oogstseizoen gehouden, maar tegenwoordig vinden ze speciaal voor toeristen het hele jaar door plaats.
In Batu Lemo liggen in uitgehakte holtes de grafkisten. Sommigen zijn nieuw, anderen zijn al behoorlijk vergaan. Het lijkt wel alsof de vrolijke bont gekleurde,
handgemaakte poppen op de balustrades het bezoek staan op te wachten. Tau Tau worden ze genoemd, replica’s van de overledenen. Als bewakers staan ze bij de grafkisten. Volgens een traditie worden de lichamen ieder jaar uit hun graven gehaald, opnieuw gebalsemd en in nieuwe kleding gestoken. Kunsthandelaren stelen de Tau Tau steeds vaker omdat ze op internationale markten behoorlijk wat geld opleveren.
Vijf kilometer verderop ligt Londa Toraja, de begraafplaats die behoort tot hetdorpje Lembang Sangbua. Tegenwoordig zijn de begraafplaatsen ook toeristische
plekken, waar je bij de ingang een klein bedrag als entree betaalt. Er zijn toeristenkraampjes gekomen die handgemaaktehoutsnijwerkjes verkopen. In Londa Toraja moeten de eerste doden al in de elfde eeuw zijn begraven. Opnieuw wachten de feestelijk aangeklede Tau Tau ons op balkonnetjes op. Binnen in de rotsopening liggen honderden schedels verspreid. Diep in de grot moeten volgens de orale historie zich de resten van Lobo en Andwi, de Romeo en Juliet van de Toraja’s, bevinden. Volgens de overlevering mochten ze van hun ouders niet met elkaar trouwen. Als gevolg daarvan hing het stel zich op.
Voor wie nog geen genoeg kan krijgen van de bijzondere begraafplaatsen, liggen buiten het dorpje Suaraya de stoffelijke resten van leden van de koninklijke families. In 1972 vond hier voor het laatst de uitvaartplechtigheid van een vorst van de Sangalla familie plaats. De Toraja’s leven met hun uitgebreide familie in eigen dorpjes. Hun maatschappij is opgedeeld in sociale klassen. Naast het gewone volk bestaat er de koninklijke familie en de adel. Iedere klasse heeft ook zijn eigen begraafplaats. Via de achterkant van de koninklijke rots in Suaraya gaat een trap omhoog. Vanuit hier heb je een majestueus uitzicht over de rijstvelden en kleine meren.
De terugweg naar Rantepao gaat opnieuw langs schitterende rijstvelden en traditionele dorpjes, waar de Toraja’s hun koeien, kippen en varkens houden. Aan het einde van de tocht ligt het best bewaarde Keta Kese. In de 700 jaar dat het dorp bestaat beweren de bewoners er nooit iets aan te hebben veranderd. In Keta Kese waan je je in een levend museum. Hier ontmoet je beste ambachtslieden. In het dorp kun je nog even genieten van de vriendelijke mensen en bijkomen van alle indrukken, voordat je de waanzinnige drukte van de Indonesische steden weer ingaat.
Rondreis Indonesië 40 dagen Sumatra, Java, Sulawesi, de Kleine Sunda-eilanden en Bali
40-daagse Jubileumreis door Indonesië